Over Schittering van Margaret Mazzantini
Er was eens een Italiaanse jongen, Costantino. Hij woonde in Rome en was de zoon van een conciërge. Er was eens een andere Italiaanse jongen, Guido. Hij woonde in hetzelfde gebouw en was de zoon van een arts. Ze hielden van elkaar en leefden lang en ongelukkig.
Ziedaar het verhaal van Margaret Mazzantini’s Splendore (2013). De Nederlandse vertaling Schittering (2016, Wereldbibliotheek) is verzorgd door Miriam Bunnik en Mara Schepers. De roman stond op de shortlist van de Europese Literatuurprijs en werd bij verschijnen getipt door het boekenpanel van De Wereld Draait Door.
Margaret Mazzantini (1961) schreef eerder het succesvolle Non ti muovere (Ga niet weg, 2001, verfilmd in 2004 met onder anderen Penelope Cruz). Ook haar Venuto al mondo (Ter wereld gekomen, 2010), Nessuno si salva da solo (Niemand overleeft alleen, 2012) en Mare al mattino (Morgenzee, 2013) werden in het Nederlands vertaald. Ze heeft verschillende prijzen voor haar werk ontvangen.

Schittering vertelt een verhaal over hartstocht en fatale liefde – die zoals wel vaker hand in hand gaan –, over opgroeien in Italië in de jaren 1970 en 1980, over conformisme en katholicisme, over moeizame relaties met ouders. De grootse liefde tussen Costantino en Guido werkt als stuwende kracht van het verhaal, zuigt je in het boek en laat je pas na 350 pagina’s weer gaan. Net als de Napolitaanse romans van Elena Ferrante ‘de enige verslaving waar je niet vanaf wilt!’.
Mazzantini slaagt in het schetsen van een tijdsbeeld, met veel verwijzingen naar muziek en films. Lang niet alle verwijzingen zal ik goed hebben kunnen plaatsen, door de Italiaanse context en de tijd waarin ikzelf ben opgegroeid, maar dat geeft allerminst. Het is juist goed te weten dat de fictieve wereld die je tijdelijk betreedt uit meer bestaat dan je eigen ogen kunnen zien.
Intrigerend zijn de vele tegenstellingen tussen de twee hoofdpersonen. Er is het verschil in sociale klasse waaraan – Ferrantes Lila en Elena indachtig – nooit helemaal te ontsnappen is. Daarnaast komt Costantino’s familie oorspronkelijk uit het zuiden van Italië, terwijl Guido’s moeder in België opgroeide. In moeilijke tijden trekt Guido dan ook naar het noorden, naar Londen, en Costantino naar het zuiden. Guido is atheïst, Costantino katholiek. Guido werkt met zijn hoofd, Costantino met zijn handen. Binnen die context is het extra tragisch dat het niet de verschillen zijn die hun liefde onmogelijk maken, maar hun overeenkomende geslacht. Het gebrek aan acceptatie van hun geaardheid, door henzelf en door hun omgeving, staat een sprookjeseinde in de weg.
Het verhaal omvat enkele decennia en beschrijft twee vrijwel volledige geleefde levens. De mannen blijven elkaar ontmoeten, blijven worstelen met zichzelf en worden ouder. Je leeft met ze mee als met de personages uit een dramaserie, zij het een literair verantwoorde dramaserie. Als Guido en Costantino weer even samen zijn, is de blijdschap enorm. Iedereen die hen bewust of onbewust dwarsboomt, kan rekenen op nietsontziende haat. De zwaar aangezette, barokke zinnen van Mazzantini zijn het literaire equivalent van vioolmuziek en onheilspellende trommels. Het hoge dramagehalte betekent zeker niet dat de roman nietszeggend is; het gaat om de kluisterende macht die ervan uitgaat.
Beklemmend is de eenzaamheid, zoals die van Guido als kind:
Onze familie bestond uit stijve en excentrieke volwassenen en oneindig veel oude mensen. Omdat ik het enige kind was, werd ik angstvallig bekeken als een soort kafkaiaans insect dat enorme proporties kon aannemen en hen zou kunnen verslinden. Ik kreeg deprimerende cadeaus als dominospellen en paraplu’s.
Ook de eenzaamheid van Costantino, die in zijn restaurant slaapt omdat zijn vrouw hem veracht. De zorg voor hun gehandicapte zoon die op hem neerkomt. En de eeuwige eenzaamheid van de liefde tussen beide mannen, tot slot, die misschien vooral eeuwig blijft omdat ze niet ten volle kan worden geleefd.
Je gunt ze een mooi einde samen, tegen beter weten in blijf je erop hopen. Maar helaas, er waren eens twee Italiaanse jongens, zoon van een conciërge en zoon van een arts, en ze leefden nog lang en ongelukkig.
________________________
Rebecca van Raamsdonk (1990) studeerde Frans, Geschiedenis en Europese Studies en verzorgt taal- en cultuurcursussen.
Hoofdbeeld: William Klein
________________________
Margaret Mazzantini, Schittering
Vertaling: Miriam Bunnik & Mara Schepers
Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2016
ISBN: 9789028427099
120 pagina’s