De Poëzieparade. Opstap naar een thema

KILA VAN DER STARRE

Nagenoeg alle volwassen Nederlanders komen in aanraking met poëzie, maar dat gebeurt lang niet altijd in boekvorm. Dat blijkt uit een enquête die ik in 2017 in samenwerking met Stichting Lezen en het Nederlands Letterenfonds afnam onder 1003 respondenten van achttien jaar en ouder die een representatieve steekproef vormden van de Nederlandse samenleving. We onderzochten veertig verschillende typen poëzie-ervaringen in zes categorieën: poëzie lezen in bundels, poëzie beluisteren, poëzie schrijven, poëzie delen, poëzie zomaar tegenkomen en poëzie opzoeken op het internet.

De complete top tien van poëzie-ervaringen bestond uit ‘poëzie buiten het boek’, met op nummer één poëzie bij speciale gelegenheden, zoals uitvaarten, bruiloften en op geboortekaartjes. Zowat iedereen grijpt naar gedichten op emotionele momenten in het leven, ook zij die zichzelf geen poëzieliefhebber noemen. Op de tweede plaats eindigde poëzie op televisie. De vele huisdichters van televisieprogramma’s speelden hier een rol, met als koploper natuurlijk Nico Dijkshoorn bij De Wereld Draait Door. Nummer drie was het geconfronteerd worden met poëzie in de openbare ruimte. Zoals de crowdsourcingswebsite Straatpoezie.nl (zie ook https://www.facebook.com/straatpoezie) laat zien, zijn er in Nederland en Vlaanderen meer dan 2000 gedichten die je kunt tegenkomen op muren, ramen, bruggen, borden, stoepen, bomen en veel, veel meer. Dit kunnen gedichten zijn die speciaal voor die locatie zijn geschreven, maar ook gedichten die uit bundels worden geciteerd, zoals Mieke van Zonneveld vertelt in haar bijdrage aan dit thema, of anonieme graffitipoëzie, bijvoorbeeld in Rusland, zoals Lieneke Luit aan de hand van een aantal foto’s laat zien.

De materialiteit van straatpoëzie speelt een belangrijke rol in wat die poëzie betekent. Wanneer een gedicht op een muur staat, komt daar vanzelf uit voort ‘dat die muur zich met het gedicht bemoeit’, zoals Mieke van Zonneveld het beschrijft. Deiktische elementen worden in straatpoëzie veel explicieter en realistischer, zoals ‘deze muur’, ‘hier’, ‘deze steen’ en ‘jij’. Dit geldt ook voor mondelinge vormen van poëzie, die overigens vaak genoemd werden in onze enquête.

De betekenis van een gedicht wisselt per vorm. Of het individueel en in stilte wordt gelezen in een bundel, snel en fragmentarisch wordt waargenomen in de openbare ruimte, live wordt gehoord op een uitvaart of online wordt bekeken en beluisterd op YouTube, maakt nogal uit. Nafiss Nia schrijft in haar column over mondelinge poëzie in Iran dat verhalen vertellen in het bloed van iedere Iraniër zit. Nia’s bijdrage biedt inzicht in de culturele verschillen tussen Iran en hier, maar laat ook zien dat er veel overeenkomsten zijn. Aan onze top tien is bijvoorbeeld te zien dat het voordragen van en luisteren naar poëzie ook in het bloed van iedere Nederlander lijkt te zitten.

Het voordragen en beluisteren van poëzie gebeurt overigens niet alleen op uitvaarten en bruiloften. Ook literaire festivals, poetry slams en spoken-wordavonden zijn gelegenheden waar mensen samenkomen om collectief gedichten te ervaren. Sjaan Flikweert van Poetry Circle Nowhere – een landelijk platform voor schrijvende performers – vertelt erover in een interview met dichter-voordrachtskunstenaar Simon Mulder. Het gesproken woord is een vorm die al vanaf het begin van het genre aan poëzie verbonden is, legt David Cohen uit in zijn al gepubliceerde bijdrage over de voordrachtpraktijk van Homeros (zie https://armadawereldliteratuur.nl/2018/11/14/homeros-en-het-vraagstuk-van-de-oorspronkelijkheid). Nu zo veel mensen met uiteenlopende leeftijden en achtergronden hun weg vinden naar orale poëzie – denk bijvoorbeeld aan De Nacht van de Poëzie, Mensen Zeggen Dingen en Mama’s Open Mic – en het internet ervoor gezorgd heeft dat poëzieperformances razendsnel een gigantisch publiek kunnen bereiken – denk aan ‘virale gedichten’ zoals ‘OCD’ van Neil Hilborn en ‘Explaining My Depression to My Mother’ van Sabrina Benaim – lijken we terug te gaan naar de wortels van de lyriek.

VAnderstarre.png

Niet alleen mondelinge poëzie heeft een boost gekregen door het medium internet, ook geschreven gedichten vinden hun weg naar een onlinepubliek, vooral via social media, nog een type poëzie-ervaring dat in onze top tien is geëindigd. Astrid Dewaele zet in haar bijdrage aan dit thema uiteen hoe Instagrampoëzie een groot en invloedrijk fenomeen is geworden. De debuutbundel milk and honey (2015) van werelds bekendste Instagramdichter, de 26-jarige Canadees-Indiase Rupi Kaur, is in 35 talen uitgegeven en vorig jaar was bijna de helft van de verkochte dichtbundels in de Verenigde Staten geschreven door Instagramdichters. Ook het Nederlands taalgebied kent – relatief – grote Instagramdichters die de boekenmarkt beïnvloeden, zoals Lars van der Werf, Siel Verhanneman, René Oskam en Merel Morre. Volgers van deze dichters zijn vaak jonge vrouwen die dagelijks poëzie lezen, blijkt uit een enquête die ik afnam onder 422 Instagrampoëzielezers in Nederland en Vlaanderen. Het medium maakt het mogelijk om snel en makkelijk met de poëzie en de dichter te interacteren en reacties te delen met de online poëziegemeenschap. Dat poëzie ook een belangrijke rol speelt in het uitdragen van emoties door middel van tatoeages kaart Astrid Dewaele al aan in haar essay, en podiumdichter Mark Opfer vertelt erover in zijn interview met Simon Mulder aan de hand van zijn Allen Ginsberg-tatoeage.

Dit thema van Armada over ‘poëzie buiten het boek’ laat een divers palet zien van poëzie, poëzie-ervaringen, dichters en publiek. Poëzie wordt volop gemaakt, gedeeld en ervaren. Op straat, in de krant, tijdens bijzondere gelegenheden, op de radio, op tv, op social media, op lichamen en natuurlijk ook in boeken. Poëzie is overal.

________________________

Kila van der Starre is literatuurwetenschapper en poëziecriticus. Aan de Universiteit Utrecht rondt ze een proefschrift af over poëzie buiten het boek, waaronder straatpoëzie, Instagrampoëzie en poëzietatoeages. Ze richtte Straatpoezie.nl op en publiceerde onder andere samen met Babette Zijlstra het poëzie-doe-boek woorden temmen. 24 uur in het licht van Kila&Babsie (2018). Zie voor meer informatie http://kilavanderstarre.com/

Introfoto: het gedicht ‘Een lege plek’ van Rutger Kopland in het Sonsbeekpark in Arnhem:

Ga nu maar liggen liefste in de tuin,/ de lege plekken in het hoge gras, ik heb/ altijd gewild dat ik dat was, een lege/ plek voor iemand, om te blijven.

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s